Jodenvervolgingen na de Zwarte Dood

Executie van joden tijdens de Zwarte Dood in 1349 (miniatuur van Pierart dou Tielt in het Tractatus quartus van Gilles Li Muisis).

De Jodenvervolgingen na de Zwarte Dood waren een reeks gewelddadige aanvallen op joodse gemeenschappen, die ten onrechte verantwoordelijk werden gehouden voor de uitbraak van de Zwarte Dood in Europa tussen 1348 en 1351. De joodse gemeenschappen werden ervan beschuldigd de pestepidemie te hebben veroorzaakt door het vergiftigen van bronnen en waterputten. Pas eeuwen later werd duidelijk dat de pest wordt veroorzaakt door een bacterie die door vlooien wordt verspreid.

De aanvallen waren uitingen van een algemeen diepgeworteld antisemitisme maar werden soms ook gemotiveerd door winstbejag. De pogroms vonden door heel Europa plaats maar het geweld was vooral in het Rijnland erg heftig. Honderden gemeenschappen werden tussen 1348 en 1351 vernietigd, meestal zonder dat de overheid probeerde in te grijpen. De laatste grote pogroms vonden in 1349 plaats in Antwerpen en in Brussel, waar de hele joodse bevolking werd uitgemoord. Een oproep van paus Clemens VI om de joodse gemeenschappen te sparen werd bijna overal genegeerd. Om aan het geweld te ontkomen trokken veel joden naar Polen en Rusland, waar ze nieuwe gemeenschappen stichtten.


© MMXXIII Rich X Search. We shall prevail. All rights reserved. Rich X Search